De geschiedenis van
het Vaudeville Theater

Het Vaudeville Theater werd gebouwd in de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen in 1884 maar de architecturale geschiedenis ervan dateert van nog vroeger. In het initiële project voor de galerijen, ontworpen in 1837, had architect Jean-Pierre Cluysenaar een overdekte bloemenmarkt voorzien waar nu het theater is.

Er was eens ... het Vaudeville Theater

De Bloemenmarkt in 1846

Jean-Pierre Cluysenaar ontwierp in 1846 een van de eerste overdekte markten in Brussel.
De Bloemenmarkt werd gebouwd op de plek waar het hotel Le Faucon stond, aan de Bergstraat. De koer van dit hotel deed al dienst als bloemenmarkt tweemaal per week.
Om meer klanten aan te trekken, besloot de architect deze ruimte te vergroten. De bloemenmarkt was volledig overdekt met glas zodat er veel natuurlijke lichtinval was en het toch deed denken aan een markt in openlucht. De ondersteunende structuur bestond uit gietijzeren zuilen die nog steeds zichtbaar zijn in het Vaudeville Theater. Deze holle zuilen zijn trouwens identiek aan die in het Théâtre des Galéries en de markt van La Madeleine: ze dienden als ventilatieschachten voor kelderverdieping.

Aangezien de financiële verwachtingen van de Société des Galéries niet ingelost werden, werd de Bloemenmarkt in november 1851 omgebouwd tot een ‘estaminet’, een soort herberg: het Casino Saint-Hubert. Het was de bedoeling om van de galerijen een nieuwe trekpleister te maken en dus een bron van inkomsten. Het publiek kwam er om spektakels te zien, bij een biertje en gebakken aardappelen. Het was een gezellige plek. Maar het ging om een trend van die tijd en net zoals andere Brusselse concertcafés, bestond het Casino slechts kortstondig. Het werd een theater op initiatief van Léopold Boyer, een vroegere tenor die op deze plek zijn debuut had gemaakt.

Het Casino Saint-Hubert in 1851

Spectacle concert des Bouffes Bruxellois in 1872

In 1872 werd het Casino Saint-Hubert een echt theater met baignoires, loges en een balkon. De nieuwe directeur gaf het geheel een oosters geïnspireerde decoratie. Het werd opnieuw geopend met een nieuwe naam: Spectacle-concert des Bouffes Bruxellois. Het repertoire aan spektakels bestond voortaan uit operettes en vaudeville, een soort show die je oorspronkelijk in Parijs terugvond. De eindejaarsrevues van Charles Flor O’Squarr maakten van de Bouffes Bruxellois een succes.

De nieuwe directeur behield wel een deel van het concertcafé-gebeuren, aangezien het publiek tijdens de voorstellingen wat kon drinken in de zaal en zich amuseren.

Vaudeville Theater
in 1884

Om de veiligheid van het publiek en het personeel te garanderen,
werd de oude zaal van de Bouffes in 1884 omgevormd tot een echt theater met brede gangen.
De inwijding van de nieuwe showzaal, het Vaudeville Theater genaamd, vond plaats op 28
oktober 1884. Er werden schitterende Parijse vaudevilles – luchtige komedies – opgevoerd. Dit soort show
werd erg geapprecieerd door de Brusselaren.
Het werd dan ook de specialiteit van het theater. Na de grote transformatie bleven de oude zuilen van de
Bloemenmarkt zichtbaar. En dat is vandaag nog steeds zo: ze zijn geïntegreerd in de zaalinrichting.
Het interieur van het Vaudeville Theater is voornamelijk gemaakt uit pleister,
in een neorealistische stijl, met motieven die geïnspireerd zijn op de Italiaanse theaters.
Denk dan aan plaatjes met namen van bekende auteurs erop, putti-muzikanten (engeltjes zonder vleugels),
Apollo’s lier en laurier, narrenstok en bloemenkransen. Het plafond is koepelvormig
en ondersteund door vier kariatiden (schraagbeelden in de vorm van vrouwen). Het ziet er exotisch
uit en suggereert hier en daar de vrijdenkende visies
van de Vaudeville. De decoratie is afgewerkt met een guirlande met
de negen wapenschilden van de Belgische provincies, een uitdrukking van de nationale verbondenheid, typisch voor deze periode.

In 1926 werden de toegangsruimtes en de circulatie in het theater aangepakt: een winkel rechts van de ingang werd omgetoverd tot een foyer en inkomhal. Deze nieuwe ruimte is versierd met florale en geometrische motieven in art-decostijl. Deze architecturale ingrepen uit het midden van de 19de eeuw en de art deco, zijn vandaag nog steeds bewaard.

Extra aanpassingen in 1926

Danszaal in 1973

Na het faillissement in 1973 werd het Vaudeville Theater verhuurd aan een uitbater die er een trendy dancing van maakte, wat hip was toen in Brussel. Misschien kan je dat beschouwen als een terugkeer naar de oorsprong? Jaren later, blies Daniel Scahaise nieuw leven in de eventzaal. Maar spijtig genoeg was dit maar van korte duur want het theater was in een armzalige toestand.

De restauratiewerken werden aangevat in 1999 om de plek weer de charme van weleer te geven. Na een gedetailleerde renovatie, onder leiding van Michel Verliefde van A2RC, en onder de supervisie van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, was het Vaudeville Theater tot 2003 niet meer voor publiek toegankelijk. Maar eindelijk herleeft de locatie! De verschillende stijlen die er doorheen de jaren aan toegevoegd werden, zijn nu gecombineerd met een architecturaal pareltje zichtbaar in de theaterhal: een bolle muur vol spiegels waarin de vloer en mozaïek met vele inscripties weerkaatst zijn.

Renovatie in 1999

Vaudeville Theater
in 1884

Om de veiligheid van het publiek en het personeel te garanderen, werd de oude zaal van de Bouffes in 1884 omgevormd tot een echt theater met brede gangen. De inwijding van de nieuwe showzaal, het Vaudeville Theater genaamd, vond plaats op 28 oktober 1884. Er werden schitterende Parijse vaudevilles – luchtige komedies – opgevoerd. Dit soort show werd erg geapprecieerd door de Brusselaren. Het werd dan ook de specialiteit van het theater. Na de grote transformatie bleven de oude zuilen van de Bloemenmarkt zichtbaar. En dat is vandaag nog steeds zo: ze zijn geïntegreerd in de zaalinrichting.
Het interieur van het Vaudeville Theater is voornamelijk gemaakt uit pleister, in een neorealistische stijl, met motieven die geïnspireerd zijn op de Italiaanse theaters. Denk dan aan plaatjes met namen van bekende auteurs erop, putti-muzikanten (engeltjes zonder vleugels), Apollo’s lier en laurier, narrenstok en bloemenkransen. Het plafond is koepelvormig en ondersteund door vier kariatiden (schraagbeelden in de vorm van vrouwen). Het ziet er exotisch uit en suggereert hier en daar de vrijdenkende visies van de Vaudeville. De decoratie is afgewerkt met een guirlande met de negen wapenschilden van de Belgische provincies, een uitdrukking van de nationale verbondenheid, typisch voor deze periode.

Vandaag: unieke zaal
voor je events

Een uitrusting voor geluid en licht is er al aanwezig, maar ook een systeem van verschuifbare stoelen onder het podium. Zo heb je de mogelijkheid om de parterre in te zetten zoals je wil: galadiners, diners met shows, recepties, huwelijken, dansavonden, modedéfilés, conferenties, …